De behandeling van dit syndroom hangt af van de ernst van de aandoening. In milde vormen wordt een injectie toegediend met corticosteroïden; is de aandoening ernstiger en zijn er peesscheuren aanwezig, dan zijn deze injecties niet echt meer aan te raden. De pijn wordt er weliswaar door verminderd, maar de beschadiging van de pezen gaat dan door.
Een andere optie is om enkele dagen tot weken een hoge dosis aan ontstekingsremmers in te nemen. Hierdoor vermindert de ontsteking en neemt de zwelling van de slijmbeurs en de pezen af, zodat ze gemakkelijk onder het schouderdak kunnen glijden. Het ziekteproces kan hierdoor soms gestopt worden. Ook kan, onder begeleiding van een fysiotherapeut, een actief spierversterkend oefenprogramma worden opgestart. Hierdoor neemt de kracht in de schouder toe en zullen de klachten geleidelijk aan afnemen.
Operatie
Wanneer dit allemaal niet helpt, is een operatie meestal aangewezen. Als het gewricht tussen sleutelbeen en schouderdak botsporen vertoont of versleten is, kan dit tegelijkertijd uitgeruimd of weggenomen worden. Als de oorzaak van impingement in dit gewricht ligt, dan kan het probleem ook hier worden opgelost door de benige uitbouw aan de onderzijde te verwijderen. Als er al een scheur in het schouderkapsel is opgetreden, wordt uiteraard meteen een herstel van de pezen uitgevoerd.
De operatie gebeurt onder algehele narcose. Dit kunt u met de anesthesioloog bespreken tijdens het preoperatieve poliklinische onderzoek (PPO). Indien u in het verleden al problemen heeft gehad met een narcose, (allergie voor medicatie, lang naslapen of misselijkheid enz.) dan kunt u dit aan de anesthesioloog melden. U krijgt voor de operatie een infuus en er wordt gewoonlijk een korte insnede gemaakt bij de schouder, waarlangs de ingreep plaatsvindt. De insnede wordt onderhuids gehecht en steriel afgedekt.